De betrouwbaarheid van GOUD

De woordvoerder van het Ministerie van Financiën is duidelijk gepikeerd door de kritische column van Michiel Leenaars, strategisch directeur van Nlnet en onvermoeibaar voorvechter van open standaarden. Naar aanleiding van de hele sage (1, 2, 3) rond het GOUD project deed Michiel een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur en vroeg aan het Ministerie hem de documenten te leveren over de aanbesteding rond GOUD zodat hij zelf inzicht kon krijgen in het hoe-en-waarom van het terugtrekken van 60% van de aanbieders. Van de 122 gevraagde documenten kreeg hij er 1, en die was incompleet. De hele briefwisseling staat hier.

Jeroen Sprenger is in zijn reactie boos over de ‘achterdocht’ die hij uit het stuk van Michiel leest. Tja achterdocht bij mensen uit de de overheid al een jaar of 6 op deze zaken wijzen is mi. niet zo gek. Nadat in 2002 de 2e kamer de regering unaniem had verzocht ‘zich maximaal in te spannen’ om de verstoorde marktwerking rond desktop software, platformen en standaarden te corrigeren begon het Ministerie van Justitie in 2004 in het geheim onderhandelingen met Microsoft over de aanschaf van een pakket kantoorautomatiserings software ter waarde van 147 miljoen. Dat het ministerie wel degelijk wist dat de gevolgde werkwijze eigenlijk niet door de beugel kon blijkt o.m. uit het feit dat diverse ambtenaren die bij het proces betrokken waren een zwijgplicht kregen opgelegd. Gelukkig zijn er ook binnen de Rijksoverheid professionals die dit een slecht idee vonden en weldra vond informatie over deze aankoop een weg naar de pers. Kamervragen volgden en het plan werd afgeschoten.

 De beantwoording van Kamervragen op 30 december 2004 leek een doorbraakje voor het denken binnen de rijksoverheid over open standaarden en opensource; de minister gaf aan dat de overheid erg afhankelijk geworden was een ‘de-facto monopolist’, dat dit een probleem was en dat de oplossing lag in het implementeren van beleid dat voorzag in het gebruik van open standaarden om de verloren keuzevrijheid van de overheid weer te herwinnen. Aangezien er zoiets bestaat als continuïteit van verantwoordelijkheid mag ik er als burger dus van uit gaan dat er vanaf dat moment bij de voorbereiders van de Rijkswerkplek een andere koers is ingezet. Ik denk dat ik ook mag verwachten dat in een project dat dus in 2007 (ruim 2 jaar later) aanbesteedt wordt deze visie terug te vinden is, zeker als het kabinet inmiddels een nog veel duidelijkere beleidslijn op poten aan het zetten is.

Ik vrees echter dat er tot de openbaringen van Brenno de Winter in de lente van 2008 helemaal niet echt aandacht was voor de wensen van het parlement uit 2002, de beloftes van de regering uit 2004 en het beleid van het huidige kabinet. Ik kan die vrees niet hard maken want de documenten over beslissingsprocessen zijn voor mij als eenvoudige burger niet beschikbaar en als ik de namen noem van ambtenaren die mij inzicht geven in de denkwereld van de personen die GOUD trekken raken deze mogelijk in grote moeilijkheden.

Gelukkig zijn er nog wel wat openbare bronnen die ons ook inzicht geven, de column van Dhr Meijer bijvoorbeeld. Hier wordt nog een keer herhaald dat ambtenaren alleen maar kunnen samenwerken als hun werkplekken ‘uniform’ zijn. Al eerder heb ik deze zienswijze onderuit geschopt. De schoonheid van open standaarden is nu juist dat mensen digitaal kunnen samenwerken ook al hebben ze verschillende producten.

GOUD lijkt zich qua denken nog steeds in de jaren ’90 te bevinden waar de enige manier om documenten te delen het aanschaffen van dezelfde tekstverwerker van dezelfde leverancier was. Het is dit denken dat heeft geleid tot de huidige problemen van vendor-lock en continuering van dit denken zal het probleem dus verergeren. Als de doelstelling van GOUD het bouwen van een werkomgeving in de geest van het gewenste en beloofde beleid is dan rijzen toch grote vragen bij de centrale keuze voor Active Directory. Dit is de set standaarden en protocollen van Microsoft die servers en werkplekken met elkaar laat praten en was een van de centrale pijnpunten in het anti-trust proces van de EU tegen Microsoft dat eindigde in een veroordeling in hoger beroep en de hoogste boete ooit in de geschiedenis van de EU. Wellicht niet de beste basis voor een open infrastructuur voor het Rijk.

In allerlei documenten, columns en Kamerstukken wordt ons beloofd dat het allemaal goed komt en dat we er op moeten vertrouwen maar de keuzes die we zien sturen de zaak de verkeerde kant op. Interoperabiliteit door product-uniformiteit in plaats van open standaarden is dinosaurus-denken. Mag ik er vanuit gaan dat de straks geïmplementeerde werkplekken en bijbehorende standaarden niet in 2012 het excuus worden om niet snel verder te gaan met open standaarden en de inzet van opensource? Want dat is mijn vrees. Wil iemand ons schriftelijk beloven dat geen van de nu geplande zaken over 3-4 jaar de nieuwe legacy is die dan weer als een blok aan ons been migratie naar een echte open omgeving gaat vertragen? Want een deel van de huidige Active Directory infrastructuren is waarschijnlijk pas na de motie Vendrik aangelegd.

Als het Ministerie van Financiën onze achterdocht wil wegnemen openbaart zij alle beleidsdocumenten rond de rijkswerkplek vanaf 2002 zodat wij er ons van kunnen vergewissen dat wensen van ons parlement, beloften van regeringen en vastgesteld beleid door ambtenaren ook daadwerkelijk wordt meegenomen in het maken van IT-beleid. Want om met diverse Kamerleden te spreken: “wie niets te verbergen heeft hoeft ook niets te vrezen”. Kennelijk heeft het Ministerie van Financiën wel iets te vrezen want in hun lijst WOB verzoeken van dit jaar komt het verzoek van Michiel Leenaars niet eens voor. Zelfs over de aanvraag van de openbaarheid geen openbaarheid.

Graag de volgende documentatie dus:

  • Documenten met betrekking tot de Rijkswerkplek vanaf 19-11-2002 tot 31-10-2008
  • Documenten met onderbouwing huidige kosten van werkplekken van de 7 ministeries die aan GOUD meedoen (je kan tenslotte alleen beweren dat een toekomstige oplossing goedkoper is als je min of meer weet wat de huidige kosten zijn)
  • Documenten met onderbouwing toekomstige kosten van GOUD werkplekken
  • Documenten met definities van ‘samenwerken’ die input zijn geweest voor GOUD

Kunnen die gewoon ergens online gezet worden? Of moet ik er een formele WOB aanvraag van maken samen met een paar Kamerleden?