Hoe een aap op Mars komt

Vorig jaar vroeg XS4all of ik een bijdrage wilden leveren voor hun boek (PDF) over de geschiedenis en toekomst van Internet. Ik besloot het wat breder te trekken op pag 102. Ook mijn collega Menso leverde een bijdrage (pag 36), of hier op zijn blog.

Lang geleden waren er wat apen op de savanne van Afrika. Ze hadden het moeilijk want andere dieren waren sterker en sneller dan zij en konden jagen. Weer andere dieren konden het droge gras verteren en met weinig water toe. De apen konden geen van deze dingen. Je zou denken dat ze het nooit zouden redden laat staan een belangrijke rol zouden spelen in de evolutie van de Aarde. Dat ze dat toch gelukt is komt door een unieke combinatie van twee dingen die alles anders maakte: een opponeerbare duim en grote hersens.

Elk van deze zaken apart maakt niet veel verschil. Dolfijnen hebben grote hersens en zijn zeker intelligent. Maar zonder handjes om iets te doen met die intelligentie kan je geen complexe beschaving opbouwen. Chimpansees hebben ook duimen maar missen de hersens om vuistbijlen en terabit optical routers te bouwen. Dus zitten dolfijnen en chimpansees in onze dierentuinen i.p.v. andersom.

Bij de term intelligentie denken mensen vaak aan boekenwijsheid en wereldvreemde academici. ‘Je hebt meer nodig dan alleen intelligentie om het te redden in deze wereld’ wordt gezegd alsof charisma en emotionele sensitiviteit in de nieren zitten in plaats van de hersenen. Denk bij het woord intelligentie niet aan een verdwaasde hoogleraar maar aan het verschil tussen mensen en chimpansees.

De mens werd de baas op Aarde door intelligentie, niet door harder te rennen, lang zijn adem in te houden of door de huid van een olifant te bijten. Intelligentie, het vermogen om nieuwe oplossingen te bedenken voor nieuwe problemen is de sleutel tot alles wat we zijn. Eerst het gebruik van het bovenbeen van een antiloop, toen vuistbijlen, werpsperen en (evolutionair gezien) niet lang daarna de verbeterde werpspeer die wij ‘intercontinentale ballistische kernraket’ noemen.

Technologie komt voort uit intelligentie en heeft een fundamentele invloed op wie we zijn en hoe we leven. Vuur, landbouw, brons, het wiel, het domesticeren van dieren en irrigatiesystemen veranderden fundamenteel onze positie ten opzicht van alle andere dieren. Maar met het schrift kwam er een technologie die voor het eerst onze meest waardevolle eigenschap ging verbeteren. Voor het eerst was het mogelijk om kennis duurzaam vast te leggen buiten onze hersens en over grote afstanden in tijd en geografie over te dragen. Dit had enorme gevolgen voor de schaal waarop we ons konden organiseren en de snelheid waarmee we nieuwe ideeën konden ontwikkelen door voort te bouwen op de ideeën van anderen.

Rond 1440 werd de moderne boekdrukkunst uitgevonden door Johannes Gutenberg. De gevolgen van deze uitvinding zetten Europa twee eeuwen op de kop. Opeens waren boeken betaalbaar voor een opkomende middenklasse van burgers. Er kwamen boeken over allerlei zaken; geschiedenis, politiek, wetenschap, cultuur. Voor het Vaticaan was vrije verspreiding van kennis en ideeën een  bedreiging en daarom werden huurlegers Europa ingestuurd om alle drukpersen te vernietigen. Gelukkig pikten burgers dit niet en een paar stevige knokpartijen over het recht te geloven wat je wilden waren het gevolg. Later zouden Scientology en BREIN dit gevecht nog eens dunnetjes overdoen, met evenveel succes.

Nu kennis niet allen op schrift kon worden vastgelegd en gedeeld maar ook goedkoop op massale schaal kon worden gereproduceerd raakte onze beschaving in een stroomversnelling. Wetenschap bracht nieuwe technologie en al snel rookten de schoorstenen van de industriële revolutie door heel Europa en daarna de rest van de wereld.

Daarna ging het snel. Om complexe samenlevingen te runnen waren ruim een eeuw geleden telmachines nodig en daaruit ontstonden de computers die wij vandaag allemaal gebruiken. Die computers met elkaar laten praten was een logische stap om de onderzoekers die ze gebruikten slimmer samen te laten werken. Veertig jaar later zijn de InterWeps niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Nu hebben we allemaal een drukpers met een wereldwijd bereik.

Acces voor allen is de volgende stap in de ontwikkeling van onze beschaving. Het is een stap die net zo fundamenteel zal blijken als iedereen leren lezen en schrijven. Het maakt ons slimmer omdat we meer informatie, kennis en ideeën sneller en goedkoper met meer mensen kunnen delen. Internet en goedkope computers in ieders broekzak zullen minimaal voor evenveel verandering gaan zorgen als die drukpers van 550 jaar geleden. Alleen gaan die veranderingen deze keer tien keer zo snel.

Maar het zou kunnen dat de gevolgen van genetwerkte computers die braaf de wet van Moore volgen nog fundamenteler zijn. Als computers ons slimmer maken of zelf slim worden kunnen ze o.a. gebruikt worden om nog sneller nog slimmere systemen te maken, die dan weer nog slimmere systemen maken enz… Als het verschil tussen ons en chimpansees er voor zorgt dat wij op de maan lopen en de chimps onze huisdieren zijn wat zijn dan de gevolgen van een systeem (AI of een mens-machine combo) dat fundamenteel slimmer is dan de slimste mens die ooit heeft bestaan? En als die slimheid wordt ingezet om steeds slimmere opvolgers te creërenzou het een zelfversterkend proces kunnen worden. Dit zou de hele informatierevolutie van de afgelopen millennia reduceren tot eenvoorproefje van de echte aardverschuiving die ons de komende decennia te wachten staat.

Hoe komt die aap op Mars? Met behulp van zijn grote hersens en opponeerbare duim. En wat andere technische hulpmiddeltjes waarvan Internet waarschijnlijk de belangrijkste van de afgelopen 500 jaar is.