ICT-Office: pas vanaf 2007 betrokken bij open standaarde discussies?

ruim 5 miljard stuurt Nederland elk jaar naar de VS voor licentiesGeachte heer van Hintum, beste Ted,

Recentelijk zag ik in magazine van Centric een artikel van de hand van uw voorzitter Sylvia Roelofs. In het artikel worden een aantal punten uit het rapport van voor de zomer nogmaals neergezet. Aangezien ik een aantal maanden met andere zaken bezig ben geweest zag ik nu pas uw reactie op mijn collumn van 2 juli j.l.. Laat me u mijn standpunten nogmaals toelichten:

(ik citeer uw reactie)
Het is jammer dat Arjen Kamphuis de feiten niet op een rij heeft. ICT~Office heeft zich wel degelijk eerder uitgesproken over het plan ‘Nederland open in verbinding’ en wel in 2007.

De kern van mijn kritiek is juist dat ICT-Office zich pas met de beleidsmatige vraagstukken rond open standaarden en opensource is gaan bemoeien toen het beleid al af was en het plan er lag (in 2007 dus). Da’s dus minstens 5 jaar te laat (hoewel de beleidsdiscussies rond open standaarden al in de jaren ’90 begonnen neem ik de adoptie van de motie Vendrik even gemakshalve als startpunt voor beleidsmatige agendering). Waarom niet in 2002/2003 al meegedaan? Ook toen was het beleid regelmatig in het nieuws en het belang helder. In 2004 heeft het kabinet zelf al uitgesproken dat de overheid te afhankelijk was van o.m. Microsoft en dat gericht beleid op open standaarden en onderzoek naar de inzet van opensource noodzakelijk was. Het is jammer dat door al die jaren niet te participeren ICT-office zichzelf (en daarmee haar leden) buiten spel heeft gezet in de beleidsvormende discussies.

Ons reeds bestaande standpunt over wel of geen open source is eveneens helder: het gaat eerst om de functionele eisen die worden gesteld aan het product.

Dat is mogelijk uw mening maar niet die van parlement en kabinet. Zeker er zijn functionele eisen van belang maar standards-compliance, gebruiks- en leveringsvoorwaarden, prijs, vendor-lock, ondersteunen van de lokale economie zijn ook aspecten die m.n. de overheid al grootste software inkoper in Nederland niet uit het oog wil verliezen. Dit is de kern van het beleid. Uw standpunt en dat van de overheid staan dus lijnrecht tegenover elkaar. Veel van uw leden die zich oriënteren op opensource dienstverlening bij de overheid voelen zich mogelijk wat ongemakkelijk bij een dergelijke stellingname tegen breed democratisch vastgesteld beleid.

Daarna volgt pas de keuze voor open of closed source. Ook onze mening over open standaarden is, anders dan Kamphuis doet vermoeden, al lang bekend. Hij stelt verder dat verkochte softwareproducten voor “de samenleving” zijn te beschouwen als kosten.

Hoe denk u dan dat de niet-IT sector het prijskaartje van software ervaart? Als een donatie aan een goed doel?

Een samenleving waarin alle kosten die te maken hebben met de ontwikkeling, bouw, implementatie, onderhoud, service en doorontwikkeling van software zijn gereduceerd tot nul, is een economische illusie.

Het tot nul reduceren van kosten van software is wellicht niet voor alle software te realiseren maar ik heb voor mijn browser, office pakket, crypto software en vele, vele andere applicaties nog nooit een cent hoeven te betalen en dat zal naar alle waarschijnlijkheid ook nooit meer gebeuren. Een MKB-organisatie is vandaag de dag vrijwel geheel te automatiseren met opensource en de implementatie, onderhouds- en beheerskosten hoeven dan zeker niet hoger te zijn dan bij proprietary oplossingen, in tegendeel zelfs. In de toekomst zal er alleen maar *meer* opensource software zijn die goed genoeg is voor mijn functionele wensen en die van vele anderen.

Zo illusionair is dit dus niet.

Als de proprietary software sector echt zo razend innovatief is als uw rapport beweert dan mag het geen enkel probleem zijn de opensource community te out-innovaten. Met 1,7 miljard per jaar is tenslotte een hoop mogelijk. Maar in de praktijk richt het beleid zich nog helemaal niet op specialistische software zoals patienten dossiers e.d. maar op de commodity producten als tekstverwerkers, mail applicaties en browsers. En daar is de proprietary industrie helemaal niet zo innovatief, ondanks de schunnige winstmarges van bepaalde partijen.

Mevrouw Roelofs klaagt in haar artikel ook over het feit dat een deel van het beleid een reactie is op de dominante positie van Microsoft. Dat klopt en dat was dus al in 2004 bekend. Vraag is dan waarom ICT-Office Microsoft (een van haar leden) niet heeft aangesproken op haar gedrag in de markt (de 2e veroordeling-in-hoger-beroep wegens grootschalig economisch machtsmisbruik was toen immers al binnen).

Ook het klakkeloos overnemen van Microsoft licentie-modellen zoals Shared Source in de algemene beleidsdocumenten van ICT-Office geeft een wat vreemde indruk over wie hier hu eigenlijk aan het stuur zit bij uw branche organisatie.

Tot slot, het is een feit dat de Nederlandse sector productsoftware voor 1,7 miljard euro uitvoert en daarmee een exportfactor is van betekenis. In het rapport ‘Software als product’ staan meer cijfers en aanbevelingen voor de sector en de overheid.

Ik ben benieuwd naar de data achter die 1.7 miljard? Waarom een bedrijf als Tom Tom noemen als vlaggenschip van de Nederlandse software industrie als juist Tom Tom haar (winst)groei voor een deel te danken heeft aan het feit dat er gebruik wordt gemaakt van opensource software in haar producten? Op uw Ledenlijst zie ik veel bekende (en minder bekende) *buitenlandse* bedrijven. een beetje net als bij de BSA. Kunt u mij vertellen welke *Nederlandse* bedrijven die 1.7 miljard aan software exporteren? En weet u ook wat de omzet is in Nederland van de *niet* Nederlandse software bedrijven? Ik vermoed namelijk dat deze laatsten een veelvoud omzetten van de eerste (wat dus zou betekenen dat Nederland een netto software importeur is). Maar ik laat me graag door u van het tegendeel overtuigen.

Met vriendelijke groet,

Arjen