Theater: Palestra Rex

<Palestra Rex – theatergroep Drang>

Palestra Rex - Drang theater

Het theaterstuk Palestra Rex is Little Brother meets V for Vendetta. Door alle recente ontwikkelingen van OV-chipkaart, de revoluties in Noord-Afrika en de onthullingen van Wikileaks is dit stuk hoogst actueel. Op 4/11/18 feb ga ik na afloop met acteurs en publiek in gesprek over onze privacy en burgerrechten.


Door: Arjan Terpstra

In Palestra Rex is iedereen slachtoffer van zijn openheid op internet. Ook oma, die niet online wil zijn. (link naar artikel op depers.nl)

‘Ik heb 627 vrienden. Maar geen vriendje’, zegt het Leuke Naïeve Meisje op het toneel. ‘Vind ik niet leuk.’ Haar duim, gestoken uit een gebalde vuist, gaat naar omlaag, in een parodie op de ‘dislike’-button op Facebook, waarmee gebruikers aangeven wat hen aanstaat en wat niet. Gelach om haar heen van de andere acteurs, die het grapje nog niet gezien hebben en ervan in de lach schieten. ‘Mooi’, zegt regisseur Monique Baas er meteen achteraan, alsof ze een film regisseert en de scène op de band staat. ‘Door naar de volgende overgang’.

Terroristische oma

Maandagmiddag, in oefenstudio annex theater Hangar 36 te Den Haag, doet theatergroep Drang een laatste technische doorloop van het kakelverse stuk Palestra Rex. Het is een ‘futuristische sage’ over de macht van informatie, over hoe we alles van iedereen weten vanwege het gebruik van sociale media, en hoe daarvan in een niet nader bepaalde ‘nabije toekomst’ misbruik gemaakt wordt door een Big Brother-achtige organisatie. De naïviteit van ‘schaamteloze zichtbaarheid’ staat centraal; de thriller-achtige plot draait om een 73-jarige oma (gespeeld door de 83-jarige Toos Scheffers) die besluit te ontsnappen uit de informatiemolen, met alle nare gevolgen van dien. Er is een nachtelijke inval bij haar gamende kleinzoon – zijn Facebook-vrienden worden opgepakt, want waar rook is, is vuur: wie elektronisch gelinkt is aan de kleinzoon van een terroristische oma, heeft ongetwijfeld zelf ook iets te verbergen.

‘Ik kreeg het idee voor de voorstelling toen ik niet bij een vriendin op kraambezoek kon komen’, zegt Baas. Het is haar tweede voorstelling die ze met toneelgroep Drang maakt, idee en teksten zijn van haar. Om elke duim zit een pleister, zodat ze in deze nerveus stemmende premièreweek haar nagels er niet afvreet. ‘Om toch haar kindje even te zien, kon ik op haar Facebook-pagina babyfoto’s bekijken. Je kon terugbladeren tot een foto die ‘Fenne dag 1’ heette. Daarop zag je de moeder in een ziekenhuisbed, met ontbloot bovenlijf en een bebloed kindje op haar borsten. De vader ernaast met een schaar om de navelstreng door te knippen, en alles in een soort heilig licht. Een prachtige foto, maar ik kreeg er een vervelend gevoel bij. Waarom laat je het zien? Het is zo’n enorm privémoment, zo klein, zo voor jezelf.’

Met die foto is ook de voorstelling geboren. Wat zegt ons mediagebruik over ons, over verschuivende grenzen van de privacy? Baas: ‘Na afloop van een aantal voorstellingen komt privacy- en internetdenker Arjen Kamphuis een lezing geven. Ik ben daar erg blij mee. Er is online een soort openheid die tegen je kan werken, maar die tegelijkertijd ook een aantal rigide regels kent die je intomen. Mijn vriend moet morgen naar een begrafenis en zei voor de grap: zal ik een foto van de kist op Facebook zetten? Dat doe je dus niet, want het moet online allemaal wel leuk en lollig zijn.’

‘Iedereen breekt’

Oma eindigt in de kerkers van de overheid, waar de bewaking wordt verzorgd door een ruwe ondervrager die zijn eigen machtshongerige spelletjes aan zijn ambtelijke plichten koppelt. Oma is nogal principieel in de cel, en daar kunnen complotdenkers slecht tegen. En dan ben je al snel verdacht. ‘Iedereen breekt, we hebben informatie’, bast de bewaker (indrukwekkend neergezet door Arjan Gebraad) tegen de vrouw. Ondertoon: het maakt niet uit of je iets gedaan hebt; als je eenmaal verdacht bent, wordt er altijd wel iets gevonden in het digitale spoor dat we achter ons aan slepen. ‘Iedereen heeft een barst, ik ben de breker’.

We nemen afscheid, ruilen onze gegevens uit: telefoonnummer en, nou vooruit, e-mail. En vraagje van de verslaggever nog: is het oké om de naam van de baby in het artikel te noemen, in het kader van de vriendschap met de moeder? ‘Tuurlijk. Als het op Facebook staat, dan kan het toch ook in de krant?’

Palestra Rex, t/m 27 feb. www.drang.nl